Een klein, gecombineerd landbouwbedrijf kan financieel succesvol zijn. Zeer succesvol zelfs. Sonja van Uden zag het met eigen ogen tijdens de twee weken die ze deze zomer doorbracht op Ridgedale Farm in Zweden. Pionier en eigenaar Richard Perkins deelt zijn kennis, ervaring en data ruimhartig met iedereen die ook een gecombineerd landbouwbedrijf op wil zetten. Met deze schat aan gegevens zet Landdrift een grote stap voorwaarts.
Sonja is razend enthousiast over alles wat ze in Zweden gezien, gehoord, geleerd en gekregen heeft. “In één woord? Het was fantastisch. Hard werken, dat wel, we waren van ‘s morgens zeven tot een uur of tien ‘s avonds actief bezig. Maar nu weet ik ook zeker dat werken op en aan het land en met dieren meer is dan een romantisch idee. Ik vind het echt heerlijk en bijzonder. Dat is voor mij persoonlijk een belangrijke ontdekking. En de waarde voor Landdrift is groot. Het kan gewoon! Een kleinschalig, regeneratief, gecombineerd landbouwbedrijf is rendabel. Daar kun je prima je boterham mee verdienen. We hebben nu al veel gegevens en tools in handen om dit ook met Landdrift te realiseren.”
Publiek opinie
“Het laat maar weer zien dat de publieke opinie nog veel te zwaar leunt op het idee dat je alleen met schaal en efficiëntie geld kan verdienen in de landbouw. Dat je honderd koeien in een grote wei, of liever nog in een stal, moet houden en het land met zware machines moet bewerken. Machines waarmee je snel meters kunt maken, maar ook een gezonde bodemstructuur om zeep helpt. Het kan echt anders.”
Dieren als partner
Dat ‘anders’ heeft Sonja twee weken aan den lijve ondervonden. “We begonnen iedere dag met van zeven tot acht meehelpen op de boerderij. Bijvoorbeeld met het verplaatsen van de koeien, schapen, kippen en varkens. Deze dieren dragen allemaal bij aan een gezonde grond en een weelderige begroeiing, vol met leven. Ze verblijven om de twee dagen ieder op een ander deel van de wei. Met mobiele hekken krijgt het geheel van de grond steeds een andere indeling. Eerst eten de koeien en schapen op een klein deel de lange bovenlaag van het gras af. Dan worden de koeien en schapen naar een ander stuk verplaatst en zijn de kippen op het kort gegraasde deel aan de beurt. Zij pikken de insecten en parasieten van de grond. Richard regenereert de grond dus samen met de dieren: de hoeven, de poep, het pikken en het wroeten.
Zo zijn de dieren je partners in grondbewerking. Echt prachtig om te zien hoe goed dat werkt.”
De onderneming koeien
Behalve met meewerken op de boerderij was de dag goed gevuld met vier blokken kennisoverdracht met een duidelijke opbouw. “De eerste dagen ging het over landontwerp; hoe ontwerp je met de contouren van het bestaande landschap een boerderij? In theorie en in de praktijk in het veld. We leerden werken met zowel oude als moderne meetinstrumenten om hoogteverschillen en afstanden in kaart te brengen. Heb je het terrein in beeld en boerderij ontworpen, wat heb je dan nodig, was een volgend onderwerp. Richard Perkins noemt het enterprises, ondernemingen. Hij sprak over de onderneming koeien, de onderneming kippen, de onderneming groentetuin, bomen, slachten en educatie. Heel gedetailleerd legde hij uit wat je voor zo’n onderneming precies nodig hebt. Bijvoorbeeld: wil je tien koeien, hoeveel land heb je dan nodig en hoe ziet het financiële plan er dan uit?. Alle relevante informatie, tot cijfers achter de komma aan toe, heeft hij met mij en de andere 22 deelnemers van over de hele wereld gedeeld.
Open source
Die openheid vind ik geweldig. Dat is ook precies waar Landdrift voor staat. We willen met Landdrift zo snel mogelijk volledig open source zodat alle kennis en ervaring die we ophalen en opdoen breed toegankelijk is. Dat is de manier waarop we als beweging van regeneratieve landbouw gaan groeien.”